Ga met elkaar in gesprek over het volgende:
Deze Toolbox gaat over het verwijderen en/of wisselen van de filters uit de overdrukinstallatie (filteroverdruksysteem) en het wisselen van de luchtfilters van de motor. Een overdrukinstallatie met stof- en/of actieve koolfilters wordt gebruikt om de buitenlucht te filteren, voordat deze in de cabine van een graafmachine of vrachtwagen wordt geblazen. Hiermee wordt voorkomen dat de machinist wordt blootgesteld aan de gevaarlijke stoffen die in de verontreinigde bodem aanwezig kunnen zijn. Ook de luchtfilters van een motor kunnen verontreinigd raken met deze stoffen. Periodiek moeten deze filters veilig worden vervangen. Hoe je dat doet, lees je in deze Toolbox.
Blootgesteld worden aan gevaarlijke stoffen uit de verschillende filters van de overdrukinstallatie en/of de luchtfilters van de motor. Als gevolg hiervan kunnen op de korte en de lange termijn gezondheidsklachten ontstaan.
Gevaarlijke stoffen in filters
Bij het gebruik van de overdrukinstallatie met filters blijven gevaarlijke stoffen achter in deze filters. De goede werking van de filters neemt na een bepaalde tijd af omdat de filters verzadigd raken. Dit kan ervoor zorgen dat de machinist alsnog wordt blootgesteld aan gevaarlijke stoffen. Om die reden moeten de filters uit de filteroverdrukinstallatie regelmatig worden vervangen:
Stoffilters (P1, P3)
moeten worden vervangen bij:
Actiefkoolfilters (A, AX, B, E, K en HG of combifilters ABEK)
moeten worden vervangen bij:
Gegevens over de filters (zoals type, datum ingebruikname) moeten door de DLP-er en machinist worden vastgelegd in een logboek en/of het kraanboek.
Tijdens het wisselen van deze filters kun je via de huid, de mond of via de lucht in contact komen met deze gevaarlijke stoffen. Door het volgen van de onderstaande stappen kun je dit voorkomen.
Het vervangen van de filters
Het vervangen van de filters gebeurd op de sanerings- of projectlocatie zelf, buiten de verontreinigde zone. De (R-)DLP-er en machinist zijn ervoor verantwoordelijk dat dit tijdig gebeurd. Het kan daarnaast voorkomen, bijvoorbeeld bij onderhoud en storingen, dat de filters op een andere locatie (bijv. een werkplaats) moeten worden verwijderd of gewisseld. In beide gevallen en voor zowel de filters van de overdrukinstallatie als voor de luchtfilters van de motor moeten de volgende stappen worden genomen:
Let op: Bij het vervangen van het filterpakket (stoffilters) moeten alle stoffilters tegelijkertijd worden vervanging. Ook in het P1-filter kunnen schadelijke stoffen achterblijven, zoals asbestvezels.
Let op: Nieuwe, nog niet gebruikte actiefkoolfilters moeten luchtdicht verpakt en verzegeld zijn. Daarnaast moeten de filters zo zijn gemaakt dat geen gereedschap nodig is om deze te kunnen wisselen.
Wanneer alleen de filters moeten worden verwijderd, zijn alleen stap 1 tot en met 7 van toepassing.
Scan de volgende code met de app om deze toolbox te bekijken.